Behoorlijk bestuur XIII – De BHM-affaire

november 13, 2020

cropped-Zonsondergang.jpg

Woensdag jl. kregen betrokkenen bij de BHM-affaire de samenvatting van het onderzoek naar het overdrachtsdossier. Dat dossier zorgde in het voorjaar voor veel rumoer op het eiland.

Eind april barst de bom als de tijdelijk bestuurder van de Bonaire Holding Maatschappij, Ben Oleana, een brief naar de staatssecretaris, een aantal kamerleden en aan de media op het eiland stuurt.
In die brief meldt Oleana teleurgesteld dat hij geen gehoor vindt bij het Bestuurscollege voor de bevindingen die hij als tijdelijk bestuurder tegen is gekomen bij het vervullen van de opdracht: ‘knelpunten binnen BHM signaleren en waar mogelijk actie ondernemen om die problemen op te lossen.’

‘Wij hebben met teleurstelling en verbazing kennisgenomen van de inhoud van de brief die in cc is gestuurd naar de directies en RvC van BHM, TCB , TELBO, Selibon , BONLAB , BOG, Eilandsraad, de wnd RV, CfT , USIBO, Tweede Kamer Cie Koninkrijksrelaties en de Tweede Kamer’, schrijft het college aan de heer Oleana op 20 april ll.
Op 23 april antwoordt Oleana: ‘Als tijdelijk bestuurder van BHM is het mijn taak en verantwoordelijkheid om knelpunten te signaleren en daar in het algemeen belang van Bonaire, BHM en haar dochtervennootschappen actie op te ondernemen.’

Om het lawaai de kop in te drukken, werd besloten de bevindingen van Oleana tegen het licht te houden. Het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten (BING) krijgt de opdracht om de papieren te bestuderen en ook de Gezaghebber, de heer Rijna, buigt zich over de zeven dossiers die de heer Oleana en beleidsadviseur Patricia Bergwijn hebben samengesteld.

Als je het voorwoord van de heer Rijna bij de samenvatting leest, zie je de contouren van een nieuwe tijd. Je struikelt over woorden als transparantie, kwetsbaar, progressie, integriteit.

‘Ik ben me ervan bewust dat zowel het proces van omgaan met het signaal als de communicatie daarover nieuw zijn voor Bonaire. Voor we met de Eilandsraad kwamen tot het gentle agreement, waren daarover geen afspraken gemaakt. Niet eerder werden deze afspraken zo in de praktijk gebracht en werd daarover op deze wijze verantwoording afgelegd.

Hoewel deze transparantie het bestuur wellicht kwetsbaar maakt, kiezen we er desalniettemin bewust voor. Omdat het past bij onze manier van werken aan de bestuurlijke integriteit en omdat we zo een bijdrage hopen te leveren aan het vertrouwen van de burger in ons bestuur.
Het gentle agreement, de wijze waarop met het afgegeven signaal is omgegaan, de daaruit volgende onderzoeken en de verantwoording daarover zijn wat mij betreft tekenen van progressie op het terrein van integriteit’, schrijft Gezaghebber Rijna.

Als je de rest van de samenvatting leest, verdwijnt die nieuwe tijd al snel achter de horizon en sta je weer met beide benen in de blubber van het heden.

Gisteravond besprak de Eilandsraad de samenvatting.
Oppositieleider Clark Abraham sprak duidelijke taal. Dat de Gezaghebber het onderzoek naar zijn eigen handelen, de heer Rijna is nl. voorzitter van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van diverse overheidsNV’s, liet verrichten door een ‘ondergeschikte’, is in de ogen van Abraham, ‘héél onafhankelijk, integer en betrouwbaar.’
Dat de leden van de Eilandsraad niet het complete verslag hebben gekregen en bijv. de Rijksvertegenwoordiger en de staatssecretaris wel, is voor Abraham nog een reden om zich op te winden.

Mevrouw Esther Bernabela concludeerde dat ‘er veel mis is, als ik uw rapport lees’. Dat haar partijgenoot, Gedeputeerde A. volgens het rapport, de hoofdpersoon is van het enige van de zeven dossiers dat uitgebreid besproken wordt, ergert haar.
Mevrouw Bernabela denkt dat politieke overwegingen de reden zijn om juist dit ene dossier voor het voetlicht te brengen.
Dat het rapport het handelen van Gedeputeerde A. bij de aanbesteding van de aanleg of vervanging van de verlichting op sportvelden samenvat met het oordeel ‘dat gedeputeerde A. bij zijn handelen in deze kwestie een aantal kernbegrippen van bestuurlijke integriteit onvoldoende in acht geeft genomen’, doet het raadslid af met de mededeling dat ‘waar gewerkt wordt, worden ook fouten gemaakt.’
Geen speld tussen te krijgen.
Het is te hopen dat Gedeputeerde A. in zijn boekenkast geen exemplaar van Shakespeare’s Henry VI heeft liggen. Voor je het weet leest ie dan: Ongemakkelijk ligt het hoofd, dat een kroon draagt.

Mevrouw Daisy Coffie, sinds kort onafhankelijk raadslid, is ook ontevreden over de rapportage. Dat er maar twee van de zeven punten uit het Oleana/Bergwijn-dossier verder onderzocht zijn, stuit op onbegrip, net als het feit dat de Gezaghebber zijn handelen heeft laten beoordelen door een ondergeschikte.
Mevrouw Coffie stelt dan ook vast dat het nog een lange weg is voordat het Openbaar Lichaam voldoet aan de voorwaarden voor behoorlijk bestuur. Een onderwerp waar het Bestuurscollege en met name de grootste partij in de raad, de mond vol van heeft.

Dat uitgerekend mevrouw Coffie met de eindconclusie komt dat ‘we nog ver weg zijn als het gaat om integriteit binnen de overheidsNV’s’, is pijnlijk voor die grootste partij.
Die partij, de MPB, heeft mevrouw Coffie recent op pijnlijke wijze laten vallen. Waardoor zij nu als onafhankelijk raadslid haar kritische geluid laat horen.

Behalve dat dit summiere rapport genoeg materiaal bevat voor minstens nog een paar stukjes, biedt de gekozen aanpak ook genoeg redenen voor leden van de MPB om kritisch naar eigen handelen te kijken.
Behoorlijk bestuur vraagt meer dan woorden.
Ja, soms heeft Feyenoord een punt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *