Mevrouw van Huffelen, staatssecretaris Digitalisering en Koninkrijksrelaties (let even op de volgorde), is op reis geweest.
Haar verslag aan de Kamer laat zien dat er in tijden van crisis en oorlog toch nog lichtpuntjes zijn te vinden:
‘In de afgelopen weken heb ik persoonlijk kennis gemaakt met de inwoners, bestuurders en politici van het Caribisch deel van ons Koninkrijk. Van jong tot oud, man en vrouw, bestuurders, politici en ondernemers, kunstenaars en veel mensen die actief zijn in het maatschappelijk middenveld. Dit waren warme, maar ook indringende ontmoetingen waarin ik de moed, veerkracht en het doorzettingsvermogen van de mensen op de eilanden heb ervaren.’
Hoera dus voor u daar op de eilanden.
Alsof het niet genoeg is, krijgen de inwoners van de BES eilanden nog een extra klopje op de rug:
‘Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn drie prachtige, maar ook heel verschillende eilanden. Ik heb er vriendelijke, veerkrachtige mensen ontmoet en een unieke natuur en cultuur gezien.’
Natuurlijk, armoedebestrijding en het belang om snel tot een toereikend sociaal minimum te komen, moeten we niet vergeten. Maar ook hier een complimentje. Dit keer voor de medewerkers van de voedselbank: ‘Zij vertelden me hoe zij met behulp van vrijwilligers proberen de ergste nood te lenigen als mensen hebt zelf niet meer redden.’
Naast het reisverslag heeft de staatssecretaris ook tijd gehad om de Kamer een brief te sturen.
In die brief ontkomt mevrouw Van Huffelen er niet aan om een wat somberder kant te laten zien:
‘Ondanks de stappen uit het vorige kabinet (om het verschil tussen de kosten van levensonderhoud en de inkomens van inwoners te verkleinen) constateer ik dat de opgave om daadwerkelijk een sociaal minimum te realiseren, nog groot is. De inwoners van Caribisch Nederland merken de inzet van het kabinet nog onvoldoende in de portemonnee.’
Welke stappen het vorige kabinet heeft gezet om daadwerkelijk een sociaal minimum te realiseren, daarover laat de staatssecretaris zich wijselijk niet uit.
Het moeten geen grote stappen geweest zijn, want de staatssecretaris concludeert:
‘De diepgewortelde armoede, het welzijn van kwetsbare groepen en het ontbreken van sociale voorzieningen voor hen die het nodig hebben (en die we in Europees Nederland kennen), baren grote zorgen.’
Tot troost wijst mevrouw erop dat ‘dankzij structurele investeringen in de infrastructuur zijn wegen verbeterd, is de veiligheid voor inwoners vergroot en is de kwaliteit van de curatieve zorg en onderwijs sterk toegenomen. Er zijn nieuwe scholen gebouwd, bestaande gebouwen gerenoveerd, de toegang tot sociale woningbouw is vergroot en de energievoorziening is verduurzaamd.’
De bewoners van Ikki’s eiland zorgden voor een extra lichtpuntje:
‘Dierbare herinneringen bewaar ik aan het bezoek aan Kokari, het centrum voor dagopvang van ouderen. Door middel van activiteiten en begeleiding worden hier veel ouderen uit hun isolement gehaald. Aan de dansworkshop mocht ik actief deelnemen.’
Die laatste zin zorgt voor een milde glimlach.
Een glimlach, hard nodig in deze barre tijden.