In 1992 ben ik op Curaçao geboren. Drie weken later was ik thuis op Bonaire. Dus wettelijk word ik gezien als Bonairiaanse. We woonden in Tera Cora.
Na de kleuter- en lagere school ging ik naar SGB havo-vwo. We zaten toen allemaal nog op Kaya Korona. Er waren nog geen twee scholen.
Alles ging goed tot in mijn examenjaar, vwo 6. In dat jaar vonden ze een tumor bij mijn oma. De ziekte van mijn oma was ingrijpend. Het jaar ging niet goed. Ik zakte op 0,3 punt.
Ook omdat ik vakken als scheikunde en natuurkunde helemaal niet interessant vond.
De tweede keer ben ik helemaal gezakt. In die examenjaren werden de scholen gesplitst. Wij gingen naar het sportcentrum op Kaya Amsterdam. Het was één chaos in mijn ogen. Met van die houten lokalen. Er was bijvoorbeeld geen docent natuurkunde. Ieder weekeinde kwam de docent over van Curaçao. Hoe kun je op één dag, zaterdag, alles compenseren?
In het derde jaar moesten we een profiel kiezen. Ik wist niet welke kant ik op wilde. Een docent gaf toen het advies om een zo breed mogelijk profiel te kiezen. Dan zou ik alle kanten op kunnen. Natuur en gezondheid sprak mij aan. Economie en techniek spraken mij niet aan bijvoorbeeld en natuur- en scheikunde heb je maar heel beknopt nodig als psycholoog. Maar ja, op de middelbare school moet je alles leren. Ik zakte voor de tweede keer.
Ik ben toen naar Nederland gegaan om de opleiding mbo-4 kinderopvang en sociaalpedagogisch werk te volgen. Ik werd gelukkig geaccepteerd. Dat was maar goed ook, want ik was bang dat ik in mijn eigen verdriet zou verdrinken en zou verpauperen als ik bleef hangen. Het was tijd voor een ander avontuur. En veel mogelijkheden waren er niet meer, maar als ik eerlijk ben, ik verdiepte me ook niet in alle scenario’s. Ik had het idee dat mijn situatie zo bijzonder was dat er geen passende oplossingen waren op het eiland. Het was een grote ‘leap of faith’ en gelukkig ben ik in vruchtbare bodem beland. Daar ben ik dankbaar voor. Want veel mensen hebben niet het vermogen of de vaardigheden om door te zetten in zulke turbulente omstandigheden.
In de vierde klas van het vwo waren we twee weken in Nederland geweest. Dan ga je met de klas een rondje langs hogescholen en universiteiten. We zaten in Apeldoorn, in bungalows. Je krijgt een beeld van Nederland, maar je weet na afloop niet hoe het is om echt daar te leven.
Tijdens mijn middelbareschooltijd, ik was veertien, kwam een groep mensen de scholen langs om hun groep te promoten: het Bonaire Archeological Institute. Dr. Jay Haviser en Jacky Bernabela, samen met Hubert Vis, hebben BONAI opgericht. Ze gingen langs scholen om jongeren te werven voor de opgravingen.
Dat vond ik het leuk, het was iets anders dan thuis zitten. Buiten school was er niet zo veel op het eiland. Je had Jong Bonaire, maar ik wilde iets anders.
Ik ben nog steeds geïnteresseerd in geschiedenis.
Waarom ik in kinderopvang geïnteresseerd was? Ik herinner me een moment, het was rond de Kerstdagen. Er was een activiteitendag georganiseerd voor kinderen uit de arme wijken. Het was echt een shock, zoveel kinderen die in armoede leven op ons eiland. Ik ben toen geschrokken. Sommige kinderen waren echt agressief. Ik dacht, wow, deze kinderen worden straks een probleem als je niets doet. Eén dagje is niet genoeg.
Mijn vader was hoofd van de politie toen ik geboren werd. Daardoor had ik het beeld van kantoorwerk. Ik vroeg een keer of ik in de gevangenis mocht kijken om te zien hoe criminelen eruitzien. Toen zei hij: ‘de grootste criminelen zitten niet in de gevangenis.’ Dat is me altijd bijgebleven.
Mijn ouders zijn beiden in armoede opgegroeid. Ze hebben hard gewerkt om mij te beschermen. Want je krijgt een bepaald trauma van armoede. Dat krijg je mee.
Rijke mensen schermen zich af. Alles is van hen, de rest wordt buitengesloten. Ik vroeg me af hoe dat zou kunnen veranderen.
En dan ga je naar Rotterdam. We kregen een beetje begeleiding. Je hebt een kamer voor negen maanden. Heb je tijd om iets te zoeken.
De eerste zes maanden van de opleiding was alleen maar theorie. Daarna was het twee dagen school, drie dagen stage.
Ik heb mijn opleiding van drie, vier jaar in 2,5 jaar afgerond. Dat ging snel. Daar besef je niet zo veel van. Je zit op een missie, je wilt een diploma halen.
Nee, ik voelde de heimwee niet. Alles gaat zo snel. Ja, er zijn momenten dat je heimwee hebt. Als je op vakantie thuis bent geweest en als dan het vliegtuig opstijgt, dat zijn momenten dat je heimwee voelt.
Daarna zit je weer op jezelf. Je hebt een visie en een missie. Als je twee dagen van negen tot zes in je klas zit of acht, negen uur per dag stage loopt, heb je geen tijd voor heimwee.
Door stage te lopen bij de kinderopvang ging er een wereld voor me open. Ik zat bij Humanitas in Rotterdam Zuid. Maar niet het getto, maar de luxe.
Ik liep stage op de Wilhelmina Hoeve. Het was echt een hoeve. Ze hadden het helemaal verbouwd. Ze hadden een babygroep met zo’n glazen vloer waardoor je naar beneden kon kijken naar de peutergroep. Ik was echt zo van wow!
Ik weet nog in zo’n keuken, de French door, zo’n glazen deur – in de lente kon je die opengooien naar de voortuin.
Ik weet nog, een van de eerste stagedagen begon het te sneeuwen. Voor mij was het echt een droom. Ik stond in de grote keuken en daarbuiten zo’n plas waar je op kon schaatsen met de kinderen, als het echt ging vriezen.
Het was echt zo’n droom. Wat is dit? Het was echt zo’n andere wereld.
Op zo’n plek met kinderen omgaan, het voelde echt zo mooi. Hoe je kinderen kunt stimuleren op zo’n veilige plek.
De tweede stage was in Rotterdam West. In een grote kinderopvang. Geld was er voor een mooi gebouw. Maar de omgeving bleef hoe het was.
De dynamica van hoe het daar ging, was weer anders. Dan word je op de proef gesteld. Je bent 19, 20. Hoe ga je je plek innemen?
Het was heel leerzaam. Daar heb ik toen, in 2012/13, grote bezuinigingen meegemaakt. Ook daar leer je van. Gaan allemaal plannen niet door. Maar er gebeurden ook mooie dingen, hoor.
Na de studie ging ik als freelancer werken. Dan gaat er een andere wereld voor je open. Ik kende alleen Humanitas. Als freelancer word je overal geplaatst.
Dan zie je, zo doen zij het hier, zo gaat het daar.
Met het freelancen kwam ook financiële vrijheid. Je kunt je in Nederland gewoon inschrijven bij een uitzendbureau en je dagen aangeven. En je wordt wekelijks uitbetaald.
Het gaf me het gevoel van even vrij zijn. Je gaat razend door die 2,5 jaar, maar als mens ben je niet echt veranderd. Nu kon ik verder met een andere mindset.
Ik kan het evenwicht tussen de cultuur van het eiland en die van Nederland in evenwicht houden.
Dat vond ik mooi van Rotterdam. Ik zou eerst naar Groningen. Maar dat leek me te veel een grote culture shock. I’m gonna be the only brown person there.
Rotterdam werd het. Heel onbewust. Het ging razendsnel. Achteraf dacht ik, dit is de beste keuze. Want ik heb ook neven en nichten die helemaal naar Maastricht zijn gegaan. Dan heb je die cultural shock.
In Rotterdam, wanneer je klaar bent met de buitenwereld, ga je naar binnen en heb je geen last van de drukte or whatever.
Maar als ik iets mis van culturen, dan is daar een toko. En er is zomercarnaval, er is een dancehallfeest. Er is een balans in culturen. Dat vond ik heel erg mooi. Daar kom je iedereen tegen.
Ik heb heel veel Antilliaanse familieleden, dus qua vrienden wil ik andere culturen. Dat gaat niet bewust. Maar ik keek, wie heeft er kennis, van wie kan ik wat leren.
Ik ben altijd een loner geweest. Ik kreeg altijd zo’n benauwd gevoel om bij een groep of kliek te horen.
Identiteit wordt altijd zo op je geperst, waardoor je geen ruimte krijgt om zelf je eigen identiteit te creëren. Krijg je te horen als je met allemaal verschillende mensen omgaat dat je je eigen cultuur niet liefhebt. Maar van andere mensen leer je.
Ik heb bijna zes jaar als freelancer gewerkt. In die jaren heb ik mezelf kunnen ontdekken. Maar ook wist ik dat ik terug zou gaan naar het eiland, ik meer moest weten, leren.
Niet dat ik echt een plan had, ik ging gewoon. In die zin volg ik mijn intuïtie.
2018 was echt een dynamisch jaar. Ik ging naar Bosnië om vrijwilligerswerk te doen op zo’n summer camp voor kinderen die uit de oorlog kwamen. De nawerking van de oorlog.
Dat was heel intensief. Zij hebben een genocide meegemaakt, wij hebben de slavernij meegemaakt. Het trauma is hetzelfde. Het vormt een persoon op dezelfde manier. Dat vond ik heel indrukwekkend om mee te maken.
Sommige mensen in Nederland weten niet eens dat de eilanden bestaan, laat staan dat ze iets weten over de geschiedenis van de eilanden.
Als je over die geschiedenis begint, hoor je vaak dat is toch al een hele tijd geleden. Maar de conditionering blijft. Totdat je het bewust weghaalt.
Daar ligt mijn hart. Stuur mij die kinderen die een beetje afgeschreven zijn. We moeten iets met hen doen.
Je kunt een grote gevangenis neerzetten, maar dat is niet de oplossing. Er wordt geld gepompt in de laatste interventie, maar je moet je afvragen hoe je preventief te werk kunt gaan.
Toen ben ik aan mijn tweede opleiding begonnen. Toegepaste psychologie.
Ik was net bezig met mijn laatste stap en toen kwam corona.
Ik werkte op een mbo-school met een wat oudere leeftijdsgroep. Dat was leerzaam, mensen die dichter bij je leven.
Wat dat betreft vond ik het hartverscheurend toen corona kwam. Ik had in vier maanden een vertrouwensband opgebouwd met deze jongeren en toen werd ook ik, net als alles in hun leven, uit hun leven weggerukt.
Ik dacht, deze mensen hebben geen veilig thuis. Ze hebben geen huis waar je veilig kunt zitten. Hoe ga je een lockdown meemaken dan? Wat gaat er achter die gesloten deuren gebeuren?
Dat kun je dan niet meer volgen.
Voor veiligheid en privacy mocht ik geen direct contact meer met hen hebben. Dus dat valt weg.
Ik was met andere vakken bezig in de coronatijd. Dus had ik er niet zo veel last van. Ik werkte ook gewoon in die periode.
Corona heeft geholpen bij de terugkeer naar het eiland. Want anders blijf je maar bewegen in Nederland en gaat de tijd. Je blijft maar tegen jezelf zeggen, de tijd komt, komt eraan, maar voor je het weet ben je zo’n 30 jaar verder en ben je nooit aangekomen.
Die 18 coronamaanden hebben me een push gegeven om na te denken over hoe ik verder wilde. En hoe ik over het vak dacht. Ook al omdat je als je binnen zit, je niet echt je vak uit kunt oefenen. Mensen via een scherm helpen is niet echt hulp bieden.
Wat goed is geweest van het freelance werken, is dat je kennis maakt met allemaal verschillende manieren van aanpak. En leert met verschillende mensen te werken. Zie je een coördinator die alles wil weten, maar er niks mee doet. Vertelt iemand dat ze dakloos is, dat haar moeder haar mishandelt en dan weten ze niet hoe ze het aan moeten pakken. Vragen ze mij of ik haar kan temmen. Hoe dan?
Of er is een Antilliaanse jongen. Die was erg agressief. Zeggen de leidsters dat ze niet weten hoe ze het aan moeten pakken. Op een dag ging ik hem gewoon knuffelen en hij werd rustig.
Geef mij die kinderen die niemand wil. Ik kan daar wel iets mee.
Het is niet eerlijk om deze kinderen af te schrijven.
Ja, achter het kind zitten de ouders. Het is gewoon zo, ook al wordt je lichaam volwassen, bepaalde verwondingen, daar blijf je door haken in je ontwikkeling. Ook al ben je aan de buitenkant volwassen, aan de binnenkant ben je het gewonde kind. Dan heb je gewonde kinderen die gewonde kinderen maken. Dat kan generaties lang doorgaan.
In die jaren leer je ook welke rol je achtergrond speelt. Iemand die op Bonaire leeft, weet gewoon hoe het in elkaar zit, hoe bepaalde dingen worden georkestreerd. Dat is lastig voor iemand die in Nederland opgroeit, die heeft dat referentiekader niet.
Tien jaar in Nederland wonen heeft me veel geleerd. Over wat ik wel en niet wil. Nederland is toch een land van kopen, kopen, kopen. Als je je niet fijn voelt, ga je naar buiten en ga je kopen.
Toen corona kwam, had ik het geluk dat ik in een huis alleen zat. Ik zat echt met mezelf. De duisternis in. Wanneer je die gevoelens niet meer kunt ontwijken, begint het echte werk.
In die maanden heb ik geleerd dat ik geen spullen meer nodig heb bijvoorbeeld. Die major trap, ik heb geld nodig om gelukkig te zijn, werd helemaal verbroken. Geld is een hulpmiddel, niet mijn einddoel. Het kostte wel tijd, hoor, om achter dit soort zaken te komen. Het was geen snelle afkick.
Ja, ik had makkelijk in Nederland kunnen blijven, maar daar help ik niemand mee. Ik dacht, ik wil back to the basics, terug naar de natuur.
Dat vind ik heel belangrijk, de natuur. Ook voor je werkomgeving. Ik heb geluk gehad en op een paar plekken gewerkt waar de natuur onderdeel was van de visie op het werk. Daar heb ik van geleerd dat de natuur belangrijk voor me is. Gisteren zat ik in een boot naar de zonsondergang te kijken, naar de maan en dan denk ik, sommige mensen moeten er veel geld in stoppen en lang reizen om dit te zien …
Nu ben ik bezig met de eindscriptie toegepaste psychologie. En ik ben bezig met een beleidsplan voor een kinderopvang.
Zeker, ik heb geen spijt van de keuze om terug te komen. Om weer aan te schuiven bij mijn ouders was een overwinning op mijn ego. Het voelde toch als een terugstap. Want je hebt tien jaar in je eentje geleefd.
Maar het biedt me de kans om te sparen en iets op te bouwen. Ik zie deze fase als opstarten. In het begin wilde ik te snel. Maar dan is er de island vibe. Alles gaat niet zo snel als je denkt.
Als je dat inneemt, kom je op de plek waar je moet zijn.
Als ik zo razendsnel zou zijn gegaan, I would have burned out and crashed.
Nu weet ik welke kant ik op wil. En de droom is nog steeds levend: een eigen centrum hebben. Eerst dacht ik dat ik dan een mooi gebouw moest hebben. Maar door over Maria Montesori te lezen, kwam ik erachter dat het ook zonder alle luxe kan. De eerste school van Montesori was in een achterstandswijk. Toen ik dat las, dacht ik, dat geeft kracht.
Ik heb kinderen nodig en vertrouwen.
Hoe ik aan geld kom om mijn droom werkelijkheid te laten worden? Ik woon op Bonaire en ga zo nu en dan naar Nederland. Ik heb nog steeds contacten in de feestindustrie in Rotterdam. Als je het goed aanpakt, kun je daar goed mee verdienen. Met dat geld sponsor ik mijn werk hier en op andere plekken.
Mijn centrum is een combinatie van opvang en scholing. Je kunt sommige kinderen ook leren coderen bijvoorbeeld. Dan kunnen ze geld verdienen met een laptop en een goede internetverbinding.
Als de ruimte er is, ga ik die inrichten en daarna ga ik de scholen benaderen. Stuur mij de kinderen die het moeilijk hebben. Die kinderen een kans geven, is de uitweg uit de armoede.
Het is niet eerlijk om kinderen af te schrijven.
Geweldig! Ga ervoor!
Eindelijk een mooi positief verhaal over Bonaire. Ga zo door Lauriane, Bonaire heeft meer mensen zoals jij nodig. Bonaire kan trots op je zijn.