‘Wat doe je?’, vraagt kleinzoon van bijna drie.
Hij zit op de grond, vlak naast mijn bureau, met zijn blokkendoos. Het huis dat hij bouwt, vordert langzaam. Als een blokje niet doet wat hij wil, bromt ie.
‘Ik lees’ zeg ik.
‘Wat lees je?’
‘Iets over politiek.’
‘Wat is dat?’
‘Politiek? Dat is de wijze waarop in een samenleving de belangentegenstellingen van groepen en individuen tot hun recht komen – meestal op basis van onderhandelingen – op de verschillende bestuurlijke en maatschappelijke niveaus.’
Kleinzoon kijkt me een tijdje aan, staat dan op en klautert op schoot.
Hij kijkt naar het scherm.
‘Allemaal letters’, zegt hij.
‘Ja’, zeg ik, ‘al die letters zijn woorden.’
‘Wat zijn woorden?’
‘Die heb je nodig om te kunnen spreken. Zoals wij nu doen.’
Hij bestudeert het scherm aandachtig.
‘Heeft politiek ook woorden?’
‘Ja, heel veel. Politiek kan niet zonder.’
Hij knikt. Aan de frons op zijn voorhoofdje te zien, denkt hij diep na.
Hij wijst weer naar het scherm.
‘Wat staat daar?’
‘Een integer persoon houdt vast aan normen en waarden, ook als deze van buitenaf onder druk staan. Een integer persoon is eerlijk en betrouwbaar en laat zich niet omkopen. Een integer persoon kan over eigen gedrag en keuzes verantwoording afleggen.’
Kleinzoon schudt zijn hoofdje.
‘Is iedereen integer?’, vraagt hij dan.
‘Nee’, zeg ik, ‘niet iedereen is integer.’
‘Waarom niet?’
Ik aarzel.
‘Dat kan om allerlei redenen zijn’, zeg ik.
‘Heeft het met geld te maken?’
Lichtelijk verbaasd kijk ik hem aan.
‘Hoe kom je daarbij?’, vraag ik.
Nu is het zijn beurt om verwonderd op te kijken.
‘Je weet toch dat de liefde voor het geld de eerste stap is naar allerlei andere zonden. Dat staat immers in de bijbel.’
‘Wijsneus’, zeg ik.
Hij laat zich van mijn schoot glijden en stort zich weer op zijn blokken.
Wat een kind.
Woorden
oktober 24, 2022