De Algemene Federatie van Bonairiaanse Werknemers (AFBW) is boos. Boos om het misbruik van werknemers in de horecasector op het eiland. Met name Azul Properties nv, de exploitant van het restaurant van Court-by-Marriott Hotel, krijgt een veeg uit de pan.
Daar kregen werknemers van de ene op de andere dag te horen dat ze niet meer op het werk hoefden te verschijnen. Er was een nieuwe exploitant gekomen.
Niet dat deze handelswijze van het restaurant uniek is, ook bij andere horecabedrijven vinden dit soort fratsen plaats.
Norwin Willem, adviseur van de AFWB, vindt dat de arbeidswetten nageleefd moeten worden door de werkgevers. Maar ook richt hij zijn pijlen op andere betrokkenen. Waaronder de politieke partijen die in de aanloop naar de verkiezingen graag en veel spraken over betere arbeidsvoorwaarden in de toeristische sector van het eiland. Nu de verkiezingen alweer vergeten zijn, hoor je ze niet meer.*
We kwamen elkaar zes jaar geleden tegen in Mariadal. Allebei wachtend op een afspraak. Zij voor haar zoontje. Ik voor een interview.
Haar zoontje was een vrolijk baasje. Kletste honderduit en stelde driehonderdentwee keer die waaromvraag.
Uit haar verhaal werd duidelijk dat ze het niet breed had. Maar klagen deed ze niet. Haar vader hielp waar mogelijk. Haalde het jongetje bijvoorbeeld van school als zij een klus had. Vervoer had ze niet. Iedere dag moest ze te voet naar de stad, zoals zij het noemde.
Een jaar later werkte ze parttime in een horecagelegenheid. Ze zag er wat verdrietig uit. De zorgen waren groot, vertelde ze. Ze werkte op twee en soms drie verschillende plekken. Alles om haar zoontje een toekomst te geven. Ze was verlegen viel me op. Of stil. Er was weinig reden om vrolijk te zijn.
Zo nu en dan belden we. Maar het contact verwaterde uiteindelijk.
Tot bij mijn bezoek vorig jaar. Terwijl ik wat voor me uit zat te staren naar het water bij Plasa Machi Mimi, toeterde er een auto. Ze zwaaide enthousiast.
Lachend stapte ze uit en vertelde trots dat het haar eigen haar auto was. Ze vertelde honderduit. Over haar zoontje die ondertussen bijna een zoon was. Over haar ouders en over haar werk.
Ze werkte alweer een tijd in het restaurant in het Marriott, in het Court-by-Marriott Hotel.
Met veel plezier werkte ze daar. Haar leven was veranderd.
Het was goed om haar weer te zien en te spreken.
Een paar weken geleden belde ze.
Aan haar stem te horen met slecht nieuws.
Ze was ontslagen. Net als al haar collega’s. Het restaurant heeft een nieuwe exploitant gekregen en heeft iedereen ontslagen.
‘Weet je wat ook zo raar is?’, vroeg ze, ‘ondertussen vragen ze bij het Marriott ook nog mensen. Bijvoorbeeld voor de schoonmaak. Ze hebben niet eens gevraagd of wij misschien …’
Ze viel stil.
‘Daar sta je dan, weer met lege handen’, zei ze.